Tammar wallaby’s kunnen, net als hun soortgenoten, de geboorte van een jong vertragen totdat de omstandigheden het meest gunstig zijn. Zo kan een vrouwtje met een jong in de buidel al een nieuwe embryo in de baarmoeder hebben die pas wordt geboren nadat ze is gestopt met het zogen van het jong in de buidel.
De Tammar wallaby was de eerste kangoeroesoort die door westerse ontdekkingsreizigers werd gezien. Op 15 november 1629 zag de Nederlander François Pelsaert (kapitein van de Batavia) deze soort op de Houtman Abrolhoseilanden. Pelsaert beschreef de Tammar wallaby’s als “springende katten”.