Het vrouwtje van de mandarijneend maakt haar nest in een hol in een boom. Dat is soms wel een paar meter hoog. Als de jongen uit het ei komen, kunnen ze nog niet vliegen. Toch moeten ze bijna meteen vanuit het nest naar het water toe. Ze springen dan gewoon uit de boom en laten zich meters naar beneden vallen.
Ver van huis
Mandarijneenden horen thuis in Azië, maar je kunt ze ook in bijna heel Europa in het wild tegenkomen. Deze eenden worden veel gehouden in kasteeltuinen, stadsparken en bij mensen thuis. Als ze dan ontsnappen, kunnen ze prima in de Europese natuur overleven. In Nederland leven op dit moment zo’n 800 mandarijneenden in het wild.
Gordelvari’s waarschuwen elkaar voor gevaar door hard te roepen. Ze hebben verschillende alarmgeluiden voor gevaar in de lucht, in de bomen of op de grond. In dierentuinen kunnen gordelvari’s en rode vari’s elkaar begrijpen. Ze reageren op de alarmgeluiden van de ander en doen mee in hun eigen “taal”. Dit is heel opvallend want in het wild komen ze elkaar nooit tegen.
Gevaarlijke wieg
De jongen van de gordelvari worden in een nest geboren. Dat is bijzonder, want de meeste jonge halfapen houden zich na de geboorte stevig vast aan hun moeder. Zo’n nest zit 10 tot 20 meter boven de grond in een boom. De eerste drie weken van hun leven blijven de jongen in het nest. Als ze verplaatst moeten worden, neemt de moeder ze in haar bek. Die eerste weken zijn nogal gevaarlijk voor jonge gordelvari’s. Veel jongen gaan dood doordat ze uit de boom vallen.
Stinkerds
Gordelvari’s maken allerlei verschillende geluiden. Maar ze kunnen elkaar ook dingen vertellen met geur. Mannetjes hebben geurklieren onder hun kin en op hun borst. Bij de vrouwtjes zit de geur onder hun staart. Ze wrijven met deze geurklieren over takken en boomstammen. Zo laten ze aan andere gordelvari’s weten dat dit hun territorium is.
Van bloem naar bloem
In het wild eten gordelvari’s soms nectar. Dat is een zoete vloeistof die vooral in bloemen te vinden is. Als een gordelvari nectar eet, blijft er vaak ook stuifmeel aan zijn gezicht plakken. Dat neemt hij dan weer mee naar de volgende bloem. Zo helpt de gordelvari om planten te bestuiven.
Witnekkraanvogels vormen paartjes voor het leven. Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is bijna niet te zien, maar wel te horen. Het vrouwtje slaakt korte en snelle kreten, terwijl de man lange lage tonen maakt.
Dansers
Net zoals vele andere kraanvogelsoorten dansen ook witnekkraanvogels om elkaar heen om elkaar te verleiden. Zowel binnen als buiten het paarseizoen wordt gedanst om de onderlinge band te versterken. Bij het dansen buigen, springen en roepen ze naar elkaar.
Kleine zilverreigers jagen in ondiep water. Met hun opvallende zwarte poten met felgele tenen schuifelen ze door het water. Zo schrikken ze kleine dieren uit de bodem op. Soms rennen ze snel door het water om kleine vissen te vangen.
Gedeelde zorg
Kleine zilverreigers maken hun nest in de buurt van het water. Zowel het mannetje als het vrouwtje zorgen voor de kuikens. Kleine zilverreigers zorgen na het uitkomen van de eieren nog ongeveer twee maanden voor hun kuikens.
De Baers witoogeend zoekt zijn eten onder water. Hij duikt helemaal onder water op zoek naar vissen, insecten, wormen en waterplanten. Hij kan zo’n 40 seconden onder water blijven. Soms duikt de Baers witoogeend wel twee meter diep op zoek naar zijn eten.
Zorgzame moeder
Mannetjes en vrouwtjes van de Baers witoogeend zoeken elkaar in de winter op. In het voorjaar maakt het vrouwtje een nest. Na de paring gaat het mannetje weg en broedt het vrouwtje de eieren uit. Ze voedt in haar eentje de kuikens op.
Nandoes lijken veel op struisvogels. Toch zijn ze daar geen directe familie van. Ze zijn kleiner, hebben drie tenen in plaats van twee en hebben langere vleugels dan struisvogels. Wel kunnen ze, net als struisvogels, erg hard lopen. Nandoes kunnen wel 60 kilometer per uur halen! En je zou het misschien niet verwachten, maar nandoes kunnen behalve hard rennen ook heel goed zwemmen.
Huisman
Eén keer per jaar leggen nandoes eieren. Het mannetje maakt een nest op de grond waar de vrouwtjes hun eieren in leggen. Soms liggen er wel 80 eieren van meerdere vrouwtjes in één nest. Als de eieren gelegd zijn gaan de vrouwtjes weg en blijft het mannetje achter om ze uit te broeden. Als de jonge nandoes uit het ei zijn gekropen zorgt de vader voor ze.
De naam stoombooteend heeft deze soort te danken aan hun voortbeweging door het water. Als zware schepen liggen de vliegende stoombooteenden diep in het water, waarbij ze soms flinke snelheid kunnen maken door met hun vleugels te peddelen.
Verenkleed
Het verenkleed van een vliegende stoombooteend is grijsblauw, met witte en zwarte vleugelpennen. De snavel en poten van deze soort is geel. Van het oog naar de hals loopt een witte streep. Kun jij ze herkennen in AquaZoo?
Chinese kraanvogelpaartjes blijven hun hele leven bij elkaar. Door regelmatig samen te dansen, waarbij vele buigingen, grote sprongen en hoofdbewegingen worden gemaakt, versterken ze hun band.
Grote vogel
De mannen en vrouwen van deze soort verschillen nauwelijks van elkaar. Ook wat betreft grootte ontlopen ze elkaar niet. De Chinese kraanvogel is met zijn ruim 1,5 meter lengte een van de grootste vogels ter wereld.
Flamingo’s eten met hun kop naar beneden gebogen. In hun snavel zit een hele fijne zeef. Met hun tong pompen ze het zoute water en modder door hun snavel. Hiermee filteren ze hun eten uit het water. Dwergflamingo’s eten vooral van de bovenkant van het water. Ze steken bijna nooit hun hele hoofd onder water.
Modderhoopjes
Dwergflamingo’s vormen koppels tijdens het broedseizoen. Met z’n tweeën maken ze een nest van modder. Zo’n nest kan wel 30 centimeter hoog zijn. De modder wordt hard en in een kuiltje bovenop wordt één ei gelegd. Vader en moeder broeden om de beurt. Elke 24 uur wisselen ze elkaar af.
De kwak is een reigerachtige die vooral ’s nachts actief is. Zijn rode ogen helpen hem in de schemering voldoende te zien om prooien te kunnen vangen. Hij staat dan doodstil bij het water om vervolgens ontzettend snel zijn eten uit het water te pikken met zijn scherpe snavel. Overdag zit hij juist het liefst verscholen in een boom.
Kwak-kwak
Wanneer je goed naar deze vogel luistert zul je snappen hoe hij aan zijn Nederlandse naam komt. Zijn roep is namelijk te beschrijven als ‘kwak-kwak’. In het Engels wordt hij Night heron genoemd wat vertaald kan worden in ‘nacht reiger’.