Animal type: Reptielen

Nijlkrokodil

Hap, slik, weg

Nijlkrokodillen eten vooral vis. Maar ze zijn niet kieskeurig. Behalve vis eten ze ook zebra’s, buffels en zelfs nijlpaarden. In de maag van een krokodil zit heel veel maagzuur. Hierdoor kunnen ze met gemak botten, huid en hoeven verteren.

Groot, groter, grootst

De nijlkrokodil is de grootste krokodillensoort van Afrika. Net als alle krokodillen blijft hij zijn hele leven groeien. Hoe ouder hij wordt, hoe langzamer hij groeit. Een mannetje van de nijlkrokodil kan wel zes meter lang worden en zo’n 1000 kilo wegen. Vrouwtjes zijn meestal kleiner dan de mannetjes.

Groene leguaan

Hoog in de bomen

Volwassen leguanen vind je vooral hoog in de bomen. Hier zoeken ze een goed plekje waar veel zon komt. Ze eten vooral bladeren, fruit en bloemen. Soms wat vogeleieren of insecten. Het vrouwtje komt alleen beneden om eieren te leggen.

Goede schutkleur

Door hun groene kleur vallen ze niet op in de bomen, ook al worden ze gemiddeld 1,75 meter lang. Als er gevaar dreigt, blijft de groene leguaan meestal stokstijf stil zitten. Met een beetje geluk ziet het roofdier hem dan niet.

Kolenbrander schildpad

Rode kolen

De Latijnse soortnaam ‘carbonaria’ betekent letterlijk vertaald ‘kolen’. Deze naam slaat op de rode kleur van de poten.

Sumo-worstelen

Zoals vaker bij diersoorten, vechten de mannetjes kolenbranderschildpadden om de vrouwtjes. Degene die zijn tegenstander op de rug gerold krijgt, heeft gewonnen en krijgt het vrouwtje.

Moerasschildpad

Slimme eieren

De moerasschildpad legt haar eieren in een zelf gegraven kuil, bedekt met zand. Wanneer het jong groeit in het ei en het is 25°C of kouder, wordt het een mannetje. Bij 30°C of warmer wordt het een vrouwtje.

Diepe winterslaap

In de modder op de bodem van het water houden moerasschildpadden een winterslaap. Ze trekken zich dan terug in hun schild. Tegen het einde van de lente worden ze wakker.