Stinkdieren hebben twee stinkklieren onder hun staart. Bij dreiging tillen ze hun staart op en sproeien ze een stinkende vloeistof naar hun belager, die na het ruiken van de geur meteen weg zal gaan.
Stinkdieren maken vaak gebruik van een verlaten hol. Ook een holle boom voldoet aan de eisen van een schuilplaats. Ze houden geen winterslaap maar zijn bij koud weer minder actief, zo besparen ze energie.