Killivissen zijn kleine visjes met een heel groot verspreidingsgebied. Zuid-Amerika, Azië, zuidelijk Europa en Afrika, ze komen er allemaal voor. Killivissen danken hun naam aan de plek waar ze leven. Namelijk kleine slootjes en plasjes, in het oud Nederlands ‘kil’ genoemd. Omdat ze in kleine slootjes en plasjes leven die vaak niet in verbinding met elkaar staan, bestaan er ontzettend veel verschillende soorten. Sommige van deze plasjes zijn niet groter dan de volgelopen pootafdruk van een olifant. Al deze soorten zijn ook anders gekleurd van elkaar. Sommige heel fel in alle kleuren van de regenboog, andere wat soberder met meer bruintinten.
Killivissen leven over het algemeen maar één seizoen. De ouderdieren zetten hun eitjes af in het poeltje waarin ze leven en als het droge seizoen begint gaan ze dood. Het poeltje staat dan vaak ook helemaal droog, maar dat is geen probleem voor de eitjes van de killivis. Die blijven gewoon bewaard tot het volgende regenseizoen, dan komen ze uit en begint het proces opnieuw.